Psalm 32 | Het Boek La Biblia Textual

Psalm 32 | Het Boek
1 Een leerzaam gedicht van David. Gelukkig is hij wiens misstap vergeven wordt en wiens zonden vergeten worden. 2 Gelukkig is hij aan wie de HERE zijn zonde niet toerekent en wiens innerlijk eerlijk en oprecht is. 3 Zolang ik mijn zonde niet beleed, kwijnde ik weg. Ik was de hele dag tot tranen toe bewogen. 4 Dag en nacht voelde ik hoe U tot mijn geweten sprak. Ik schrompelde in elkaar als bij grote hitte. 5 Toen heb ik U al mijn zonden beleden en niets voor U verborgen gehouden. Ik zei: ‘Ik zal de HERE alles opbiechten’ en toen hebt U mijn schuld vergeven. 6 Laat iedere gelovige veel tot U bidden, nu U Zich nog laat vinden. Zelfs al komt grote ellende op hem af, dan nog zult U hem beschermen. 7 U verbergt mij. U spaart mij voor moeilijke omstandigheden. U vult mijn hart met lofliederen over mijn bevrijding. 8 ‘Ik, de HERE, laat u zien welke weg u moet gaan. Ik geef u raad en houd mijn oog op u gericht. 9 Gedraag u dus niet als een paard of een muildier, dat met bit en teugels in bedwang moet worden gehouden. Dat wil Ik niet.’ 10 Iemand die zonder God leeft, krijgt veel zorgen en moeite te verduren. Maar wie op de HERE vertrouwt, wordt door zijn liefde en goedheid omringd. 11 Wees blij in de HERE en zing een loflied, alle gelovigen! Laten allen die oprecht tegenover God staan, het uitjubelen.

Het Boek TM Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc. Used with permission. All rights reserved worldwide. “Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.

La Biblia Textual

Maskil de David.

1 ¡Cuán bienaventurado es aquel cuya trasgresión ha sido quitada, Y cubierto su pecado! 2 ¡Cuán bienaventurado es el hombre a quien YHVH no le imputa iniquidad, Y en cuyo espíritu no hay engaño! 3 Mientras callé, se consumieron mis huesos, En mi gemir todo el día. 4 Porque de día y de noche tu mano se agravaba sobre mí, Hasta que mi vigor se convirtió en sequedades de verano. Selah 5 Mi pecado te hice saber y no encubrí mi iniquidad. Dije: Confesaré mis transgresiones a YHVH, Y Tú mismo cargaste con la maldad de mi pecado. Selah 6 Por esto orará a ti todo santo en el tiempo en que puedas ser hallado. Ciertamente en la inundación de muchas aguas, Éstas no llegarán a él. 7 Tú eres mi refugio, me guardarás de la angustia, Me rodearás con cánticos de liberación. Selah 8 Te haré entender y te enseñaré el camino en que debes andar, Sobre ti fijaré mis ojos, y te aconsejaré. 9 No seáis como el caballo o el mulo, sin entendimiento. Cuya boca ha de ser frenada con bozal y freno, Para que se acerquen a ti. 10 Muchos dolores habrá para el impío, Pero al que confía en YHVH lo rodea la misericordia. 11 ¡Alegraos, oh justos, en YHVH, y regocijaos! ¡Cantad con júbilo todos vosotros, los rectos de corazón!