Psalm 26 | Het Boek La Biblia Textual

Psalm 26 | Het Boek
1 Een lied van David. Laat het recht over mij zegevieren, HERE, want ik ben onschuldig. Ik vertrouwde op de HERE zonder uit mijn evenwicht te raken. 2 Stel mij maar op de proef, HERE, en ga na of er iets fout is. Beoordeel mijn hele leven, ja, ook mijn gedachten. 3 Ik houd steeds uw goedheid en liefde voor ogen. Ik ga mijn weg in uw waarheid. 4 Nooit zoek ik contact met slechte mensen en de huichelaars mijd ik. 5 Ik wil niet omgaan met misdadigers en zal mij nooit bemoeien met de goddelozen. 6 Ik was mijn handen in onschuld en kom graag bij uw altaar, HERE. 7 Ik zing daar uit volle borst een lied om U te loven en vertel er over uw wonderen. 8 HERE, ik houd zoveel van uw huis, de plaats waar U Zelf immers woont! 9 Laat mij niet met de zondaars en moordenaars verloren gaan. 10 Aan hun handen kleeft de misdaad en zij nemen geschenken aan als verradersloon. 11 Niets van deze dingen heb ik gedaan, verlos mij en toon mij uw genade. 12 Ik ben op het rechte pad. Ik zal de HERE prijzen in de samenkomsten.

Het Boek TM Copyright © 1979, 1988, 1998, 2007 by Biblica, Inc. Used with permission. All rights reserved worldwide. “Biblica”, “International Bible Society” and the Biblica Logo are trademarks registered in the United States Patent and Trademark Office by Biblica, Inc. Used with permission.

La Biblia Textual

De David.

1 Hazme justicia, oh YHVH, porque en mi integridad he andado, Y en YHVH confié sin titubear. 2 Examíname, oh YHVH, y pruébame; Escudriña mis riñones y mi corazón, 3 Porque tu misericordia está delante de mis ojos, Y ando en tu verdad. 4 No me he sentado con hombres falsos, Ni ando con hipócritas. 5 Aborrezco la congregación de los malignos, Y no me sentaré con los inicuos. 6 Lavaré en inocencia mis manos, Y así andaré en torno a tu altar, oh YHVH, 7 Haciendo oír mi voz de gratitud, Y contando todas tus maravillas. 8 Oh YHVH, yo amo la Casa donde habitas, Y el lugar donde reside tu gloria. 9 No arrebates mi alma con los pecadores, Ni mi vida con hombres sanguinarios, 10 En cuyas manos está el crimen, Y su diestra está llena de sobornos. 11 Pero yo andaré en mi integridad. ¡Redímeme y ten misericordia de mí! 12 Mis pies están en suelo firme, En las congregaciones bendeciré a YHVH.