1‘Ik heb dit verteld omdat Ik wil voorkomen dat jullie je geloof verliezen.2Want de Joden zullen jullie niet alleen uit de synagoge gooien, maar zelfs doden en dan denken zij ook nog God daarmee een grote dienst te bewijzen.3Zij zullen dat doen, omdat zij de Vader en Mij niet kennen.4Ik zeg dit hierom: als een en ander gebeurt, zullen jullie je mijn woorden herinneren. Tot nu toe heb Ik hier niets over gezegd, omdat Ik nog bij jullie was.5Maar nu ga Ik terug naar Hem die Mij gestuurd heeft en niemand vraagt waar Ik naartoe ga.6Mijn woorden maken jullie verdrietig.7Maar wat Ik zeg, is de waarheid, het is beter voor jullie dat Ik wegga, anders kan mijn Helper niet bij jullie komen. Als Ik wegga, stuur Ik Hem naar jullie toe.8En wanneer Hij komt, zal Hij de mensen in de wereld overtuigen van zonde, rechtvaardigheid en oordeel.9Van zonde omdat zij weigeren in Mij te geloven.10Van rechtvaardigheid, omdat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet meer zullen zien.11Het oordeel houdt in dat de heerser van deze wereld al geoordeeld is.12Ik zou jullie nog veel meer moeten zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen.13Maar als de Heilige Geest komt, zal Hij jullie de weg wijzen naar de volledige waarheid. Wat Hij jullie zal zeggen, heeft Hij niet uit Zichzelf, maar Hij geeft door wat Hij hoort, en Hij zal bekendmaken wat komen gaat.14Door jullie te vertellen wat Hij van Mij hoort, zal Hij Mij verheerlijken.15Alles wat van de Vader is, is ook van Mij. Daarom zeg Ik dat Hij alles wat Hij van Mij hoort, aan jullie zal vertellen.16Nog even en jullie zullen Mij niet meer zien. En niet lang daarna zullen jullie Mij weer terugzien.’17Enkele leerlingen zeiden tegen elkaar: ‘Wat zou Hij bedoelen met “nog even” en “Ik ga naar de Vader”?18Wij begrijpen er niets van!’19Jezus wist wat zij Hem wilden vragen en zei: ‘Jullie vragen je zeker af wat Ik bedoel met: “Nog even en jullie zien Mij niet meer. En niet lang daarna zullen jullie Mij weer terugzien.”20Luister goed! De mensen zullen blij zijn over wat er met Mij gebeurt, maar jullie zullen verdrietig zijn. Maar jullie verdriet zal omslaan in blijdschap.21Net als bij een zwangere vrouw die moet bevallen. Tijdens de geboorte heeft zij veel pijn. Maar als het voorbij is, denkt zij niet meer aan de pijn en de moeite, zo blij en gelukkig is zij met haar kind.22Jullie zijn nu wel verdrietig omdat Ik wegga, maar Ik zal jullie terugzien. Dan zullen jullie blij zijn en die blijdschap kan niemand jullie meer afnemen.23Als het zover is, hoeven jullie Mij niets meer te vragen. Luister goed, Ik zeg dat jullie dan alles rechtstreeks aan de Vader kunnen vragen en Hij zal het jullie geven in mijn naam.24Tot nu toe hebben jullie nog niet in mijn naam gebeden. Bid en jullie zullen ontvangen. Dat zal jullie grote vreugde geven.25Ik heb tot nu toe veel beeldspraak gebruikt, maar er komt een moment dat dat niet meer nodig is. Dan kan Ik jullie zonder beperking over de Vader vertellen.26Als het zover is, kunnen jullie in mijn naam bidden. Ik hoef dan niets meer voor jullie aan de Vader te vragen,27want de Vader houdt Zelf van jullie omdat jullie van Mij houden en geloven dat Ik bij Hem vandaan kom.28Ik ben van de Vader naar de wereld gekomen. Nu verlaat Ik de wereld en ga terug naar de Vader.’29Zijn leerlingen zeiden: ‘Dat is tenminste niet zo onbegrijpelijk, nu spreekt U duidelijke taal.30Wij weten nu dat U alles weet en dat niemand U iets hoeft te vragen. Daarom geloven wij dat U van God komt.’31‘Geloven jullie het nu eindelijk?’ antwoordde Jezus.32‘Er komt een tijd dat jullie uiteengejaagd worden, dan gaat ieder zijn eigen weg en laat Mij in de steek. Maar echt alleen zal Ik niet zijn, omdat de Vader bij Mij is.33Dit heb Ik jullie verteld, omdat Ik wil dat jullie mijn vrede bewaren. In de wereld zullen jullie het zwaar te verduren krijgen. Maar houd moed! Ik heb de wereld overwonnen.’
La Biblia Textual
1Estas cosas os he hablado para que no os escandalicéis.2Os echarán de las sinagogas, y llega la hora cuando cualquiera que os mate, piense que ofrece servicio a Dios.3Y harán esto porque no conocieron al Padre ni a mí.4Os he hablado estas cosas para que cuando llegue su hora, las recordéis que Yo os las dije. Esto no os lo dije al principio porque estaba con vosotros.5Pero ahora voy al que me envió, y ninguno de vosotros me pregunta: ¿A dónde vas?6Antes bien, porque os he hablado estas cosas, la tristeza ha llenado vuestro corazón.7Pero Yo os digo la verdad: Os conviene que Yo me vaya, porque si no me voy, el Paracleto no vendrá a vosotros; pero si me voy, os lo enviaré.8Y cuando Él venga, redargüirá al mundo de pecado, y de justicia, y de juicio.9De pecado, porque no creen en mí;10de justicia, porque me voy al Padre y ya no me veréis más;11y de juicio, porque el príncipe de este mundo ha sido juzgado.12Aún tengo muchas cosas que deciros, pero ahora no las podéis sobrellevar.13Pero cuando venga Aquél, el Espíritu de la Verdad, os guiará en toda la verdad; porque no hablará por su propia cuenta, sino que hablará cuanto oirá, y os anunciará las cosas que han de venir.14Él me glorificará, porque tomará de lo mío y os lo anunciará.15Todo lo que tiene el Padre es mío; por eso dije que toma de lo mío y os lo anunciará.
De la tristeza al regocijo
16Un poco, y ya no me veis; y de nuevo un poco, y me veréis.17Entonces algunos de sus discípulos dijeron unos a otros: ¿Qué es esto que nos dice: Un poco y no me veis, y otra vez un poco y me veréis; y: porque me voy al Padre?18Decían, pues: ¿Qué es esto que dice: un poco? No sabemos de qué habla.19Jesús comprendió que querían preguntarle, y les dijo: ¿Preguntáis entre vosotros acerca de esto que dije: Un poco y no me veis; y otra vez un poco, y me veréis?20De cierto, de cierto os digo que vosotros lloraréis y os lamentaréis, y el mundo se alegrará. Vosotros os entristeceréis, pero vuestra tristeza se convertirá en gozo.21Cuando la mujer está de parto tiene congoja, porque ha llegado su hora; pero cuando ha dado a luz al niñito, ya no se acuerda de la angustia por el gozo de que un hombre ha nacido al mundo.22También vosotros ahora tenéis tristeza; pero os veré otra vez y vuestro corazón se alegrará, y nadie os quita vuestro gozo.23Y en aquel día no me preguntaréis nada. De cierto, de cierto os digo, que todo lo que pidáis al Padre en mi nombre, os lo dará.24Hasta ahora no pedisteis nada en mi nombre; pedid y recibiréis, para que vuestro gozo sea completo.
El Vencedor
25Estas cosas os he hablado en alegorías; llega una hora en que ya no os hablaré en alegorías, sino claramente os anunciaré acerca del Padre.26En aquel día pediréis en mi nombre; y no os digo que Yo rogaré al Padre por vosotros,27porque el Padre mismo os ama, pues vosotros me habéis amado y habéis creído que Yo salí de Dios.28Salí del Padre, y he venido al mundo; otra vez dejo el mundo y voy al Padre.29Dicen sus discípulos: Mira, ahora hablas con claridad, y ninguna alegoría dices.30Ahora entendemos que sabes todas las cosas, y no tienes necesidad de que alguien te pregunte; en esto creemos que saliste de Dios.31Jesús les respondió: ¿Ahora creéis?32He aquí viene una hora, y ha llegado, en que seáis esparcidos cada uno por su lado y me dejéis solo; aunque no estoy solo, porque el Padre está conmigo.33Estas cosas os he hablado para que en mí tengáis paz. En el mundo tenéis aflicción, pero confiad, Yo he vencido al mundo.
Diese Website verwendet Cookies, um Ihnen die bestmögliche Nutzererfahrung bieten zu können.