Psalm 129 | La Biblia Textual Het Boek

Psalm 129 | La Biblia Textual

Cántico gradual.

1 Mucho me han angustiado desde mi juventud, Diga ahora Israel: 2 Mucho me han angustiado desde mi juventud, Pero no prevalecieron contra mí. 3 Sobre mis espaldas araron los aradores, Hicieron largos sus surcos. 4 YHVH es justo, Cortó las coyundas de los malvados. 5 Sean avergonzados y vueltos atrás Los que aborrecen a Sión. 6 Sean como hierba de terrado, Que se seca antes de brotar, 7 Que no llena la mano del segador, Ni la brazada del que agavilla, 8 Ni le dicen los que pasan: La bendición de YHVH sea sobre vosotros, Os bendecimos en el nombre de YHVH.

Biblia Textual © 1999 por la Sociedad Bíblica Iberoamericana Todos los derechos reservados Derechos internacionales registrados No se permite su reproducción (con excepción de citas breves), ni su incorporación a un sistema informático, ni su transmisión en cualquier forma o por cualquier medio, sea este electrónico, mecánico, reprográfico, gramofónico u otro sin autorización escrita de los titulares del copyright.

Het Boek
1 Een bedevaartslied. Laat Israël het volgende zeggen: sinds de tijd dat ons volk ontstond, zijn wij onderdrukt. 2 Van het begin af aan hebben zij ons in moeilijkheden gebracht, maar zij hebben ons niet overwonnen. 3 Zij hebben ons onderdrukt en zelfs gemarteld. 4 Maar de HERE, die rechtvaardig oordeelt, heeft de touwen waarmee de ongelovigen ons hadden vastgebonden, doorgesneden. 5 Alle volken die Jeruzalem haten, zullen te kijk worden gezet en wegvluchten. 6 Zij lijken op gras dat op de daken groeit en al is verdord voor het wordt uitgetrokken. 7 Het kan zelfs niet meer als hooi dienen. 8 Voor zulke mensen geldt niet de zegenwens: ‘Ik bid dat de HERE u zegent.’ Ook niet: ‘Wij zegenen u in de naam van de HERE.’