1Por esta razón yo, Pablo, que estoy en la cárcel por la causa de Cristo Jesús, es decir, por buscar el bien de ustedes los que no son judíos, me arrodillo en oración.2Sin duda ya se enteraron del plan que, en su amor, Dios me encargó para ustedes.3Ya antes les mencioné brevemente que Dios mismo me reveló ese misterio.4Cuando lo lean se darán cuenta de que conozco bien el misterio de Cristo.5Es el misterio que en la antigüedad Dios no había dado a conocer, como sí lo ha hecho ahora por medio del Espíritu a sus santos apóstoles y profetas.6Este es el misterio: que los no judíos compartirán plenamente la herencia con Israel. Ambos son miembros del mismo cuerpo y participan de la misma promesa que Dios nos hizo en Cristo Jesús por medio de las buenas nuevas.7Por su amor inmerecido, Dios me dio el privilegio de servirle anunciando estas buenas nuevas, con la ayuda eficaz de su poder.8Aunque soy el más pequeño de todos los que son parte del pueblo santo, Dios me concedió, por su amor, la misión de anunciar a las naciones el tesoro incalculable de Cristo.9Debo hacerles entender a todos que el plan de Dios ya se está cumpliendo. Ese es el plan que desde la eternidad Dios, el Creador de todas las cosas, guardaba oculto.10Esto es así para que todos los poderes y autoridades en los cielos conozcan ahora la sabiduría de Dios, que se deja ver de tantas formas, al observar la iglesia.11Es lo que Dios, desde la eternidad, había planeado hacer por medio de Cristo Jesús, nuestro Señor.12Ahora podemos acercarnos con libertad y confianza a Dios, cuando lo hacemos por medio de Cristo y confiando en él.13Por eso les suplico que no se desanimen a causa de mis sufrimientos. Por ustedes sufro, y eso debe hacerlos sentirse honrados.
Oración por los efesios
14Por ello me arrodillo ante el Padre,15de quien recibe su nombre toda familia —tanto las que están en el cielo como las que están en la tierra—,16y le pido que de sus gloriosas riquezas los fortalezca interiormente por medio de su Espíritu.17Pido también que, por medio de la fe, Cristo habite en sus corazones, y que ustedes echen raíces y se cimienten en el amor,18para que puedan entender, en compañía de todo el pueblo santo, lo ancho, largo, alto y profundo que es el amor de Cristo. Pido que ustedes experimenten ese amor, que nunca podremos entender del todo. Así estarán completamente llenos de Dios.20A Dios sea la gloria, pues por su poder eficaz que actúa en nosotros, él puede hacer muchísimo más de lo que nos podemos imaginar o pedir.21A él sea la gloria en la iglesia y en Cristo Jesús, por todos los siglos venideros. Amén.
Het Boek
Het goede nieuws is voor Joden én niet-Joden
1Ik zit omwille van Christus Jezus in de gevangenis, omdat ik zeg dat u, die geen Joden van geboorte bent, ook tot Gods huis behoort.2U hebt ongetwijfeld gehoord dat God zo goed is geweest mij een speciale taak voor u te geven.3Wat ik hiervoor in het kort schreef, was tot nog toe onbekend. Maar God heeft het mij duidelijk gemaakt.4Daaraan kunt u zien hoe goed ik begrijp wat voor bedoeling God met Christus heeft.5Vroeger is dat altijd voor de mensen verborgen gebleven, maar nu heeft God het door de Heilige Geest aan zijn apostelen en profeten bekendgemaakt.6Het komt hierop neer: door het goede nieuws te geloven, delen niet-Joden in de erfenis van de Joden, horen zij bij hetzelfde lichaam, de gemeente, en voor hen geldt dezelfde belofte in Christus Jezus.7God heeft mij de taak gegeven dit overal bekend te maken. Dat is een geweldig voorrecht! Ik kan het alleen maar omdat God zo goed is mij er steeds weer de kracht voor te geven.8En dan te bedenken dat ik de minste van alle gelovigen ben! Alleen door de genade van God mag ik andere volken op de onvoorstelbare rijkdom van Christus wijzen.9Ik mag de mensen laten zien hoe God, die alles gemaakt heeft, zijn verborgen plan uitvoert. Het plan dat Hij vanaf het begin voor Zich heeft gehouden.10God wil door de gemeente aan de heersers en machten in de hemelsferen laten zien hoe rijk en volmaakt zijn wijsheid is.11Het is altijd zijn bedoeling geweest om dat door onze Here Jezus Christus bekend te maken.12Nu hebben wij, door ons geloof, vol vertrouwen vrij toegang tot God.13Verlies dus de moed niet door alles wat mij wordt aangedaan. Ik maak het allemaal door voor u. U zou het als een eer moeten beschouwen.14Wanneer ik eraan denk hoe wijs en groot Gods plan is, val ik op mijn knieën voor Hem neer.15Hij is de Vader van al zijn kinderen, zowel in de hemel als op aarde.16Ik vraag Hem u vanuit zijn heerlijke rijkdom de innerlijke kracht van de Heilige Geest te geven.17Ik bid dat Christus meer en meer in u mag wonen, naarmate u Hem meer gaat vertrouwen. Dat u geworteld zult zijn in Gods liefde en daarop uw leven zult bouwen.18Dan zult u, samen met alle gelovigen, zien hoe breed, lang, hoog en diep de liefde van Christus is.19U zult ervaren en begrijpen dat die liefde van Christus ons menselijk verstand te boven gaat. Uw hele wezen zal dan vol van God zijn.20God kan oneindig veel meer doen dan wij ooit kunnen bidden of beseffen. Dat blijkt uit de kracht die in ons werkt.21Hem komt voor altijd en eeuwig alle eer toe in de gemeente door Jezus Christus. Amen!
Diese Website verwendet Cookies, um Ihnen die bestmögliche Nutzererfahrung bieten zu können.