1De HERE is de grote Koning. Laat de aarde daarom juichen en de landen aan de kust zich erover verblijden.2Om Hem heen zijn wolken en duisternis. Recht en rechtvaardigheid vormen de basis waarop Hij regeert.3Zijn macht en majesteit vernietigen zijn vijanden.4De hele wereld wordt door Hem verlicht als door bliksemschichten, de aarde beeft voor Hem.5Als de HERE verschijnt, smelten de bergen als was voor Hem. Hij is Heer over de hele aarde.6Zijn rechtvaardigheid klinkt door alle hemelen en alle volken zullen Hem zien.7Iedere afgodendienaar zal beschaamd staan, zij zullen zich op hun zogenaamde goden niet kunnen beroemen. Zelfs die moeten eenmaal voor Hem buigen.8Het volk van Israël is blij over Hem en ziet zijn grootheid. De dochters van Juda juichen U toe om de wijze waarop U rechtspreekt, HERE.9U, HERE, bent immers God, de Allerhoogste. Boven U is er niemand op aarde. U troont hoog boven alle goden.10Als u van de HERE houdt, haat dan elke vorm van kwaad. God beschermt zijn kinderen en behoedt hen voor elke goddeloze invloed.11Gods volgelingen mogen in het licht leven en Hij geeft vreugde in het hart van allen die Hem oprecht volgen.12Als u bij God hoort, verheug u dan in Hem. Wees blij en prijs zijn grote en heilige naam.